Veiligheid en bijwerkingen van vaccins

Vaccine vial with viruses and symbols around it

Net als elk ander geneesmiddel kunnen vaccins bij sommige mensen bijwerkingen veroorzaken. Deze bijwerkingen zijn meestal mild en van korte duur. Ze komen bovendien zelden voor, en goedgekeurde vaccins worden als uitermate veilig beschouwd. Het is echter mogelijk dat sommige vaccins niet geschikt zijn voor personen met bepaalde allergieën of aandoeningen. 

Bijwerkingen

Vaccins kunnen een lichte temperatuursverhoging dan wel pijn of roodheid op de injectieplaats veroorzaken. Ernstige bijwerkingen komen zeer zelden voor. 

Nadat een vaccin is goedgekeurd voor gebruik in de EU/EER, controleren het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en de nationale autoriteiten voortdurend of de daarmee gevaccineerde personen bijwerkingen ervaren.

Meer informatie over de bijwerkingen van vaccins is hier te vinden: 

Melden van bijwerkingen

Ontdek hoe de veiligheid van vaccins en mogelijke bijwerkingen voortdurend worden gemonitord om patiënten in heel Europa te beschermen.

Wie mag niet worden gevaccineerd?

Sommige mensen kunnen vanwege hun specifieke gezondheidsprofiel niet worden gevaccineerd. Personen die van hun zorgverlener te horen krijgen dat een bepaald vaccin voor hen gecontra-indiceerd is, mogen zich niet laten vaccineren met dat specifieke vaccin. Een contra-indicatie is een aandoening of omstandigheid waardoor het voor iemand niet veilig is om een bepaald vaccin toegediend te krijgen. In dat geval zijn de risico’s van vaccinatie groter dan de mogelijke voordelen ervan.

Allergische reacties

Een veel voorkomende reden om zich niet te laten vaccineren bestaat in een allergie voor een van de werkzame stoffen of ingrediënten in het vaccin. Personen bij wie in het verleden na vaccinatie een extreme reactie is opgetreden met shock, zwelling en ademhalingsmoeilijkheden (anafylaxie), mogen dat vaccin niet opnieuw krijgen toegediend tenzij met volledige zekerheid kan worden gesteld dat het vaccin niet de oorzaak was van die reactie.

Andere contra-indicaties

Sommige medische aandoeningen of behandelingen kunnen ook als contra-indicatie tegen bepaalde vaccins gelden. Zo mogen personen die aan afweerstoornissen lijden of die specifieke medische behandelingen ondergaan bepaalde vaccins niet toegediend krijgen, bijvoorbeeld de vaccins tegen de mazelen, bof, rodehond, varicella of tyfus (oraal).

Personen met een verzwakt immuunsysteem kunnen er wel baat bij hebben dat de mensen rond hen volledig gevaccineerd zijn, omdat ze dan indirect beschermd zijn.

Voor specifieke vaccins kunnen er andere contra-indicaties bestaan, die met de zorgverlener moeten worden besproken.

Vaccins en zwangerschap

Het is ook belangrijk om te weten dat sommige vaccins niet worden aanbevolen tijdens de zwangerschap. Zo moet vaccinatie tegen de mazelen, bof en rodehond tijdens de zwangerschap worden vermeden. Vrouwen moeten alle routinematig aanbevolen vaccins krijgen voordat zij de vruchtbare leeftijd bereiken. Zij dienen in een gesprek met hun zorgverlener vóór de vaccinatie aan te geven of zij zwanger kunnen zijn, om te bespreken welke vaccins tijdens en na de zwangerschap kunnen worden toegediend.